Symboliek

De vrijmetselarij werkt niet enkel met rituelen, maar binnen die rituelen eveneens met allerlei symbolen. Die kunnen grosso modo in vier groepen worden onderverdeeld.

  • Bouwsymboliek

Het is wel algemeen geweten dat de vrijmetselaren werken aan wat zij de Tempel der Mensheid noemen, en dat ongeacht de obediëntie of de werkplaats; het is een van de zaken waarin quasi alle vrijmetselaren overeenstemmen.

Het spreekt dan ook vanzelf dat de werktuigen die bij het bouwvak gebruikt worden ook in de vrijmetselaarsrituelen terugkomen – maar dan wel symbolisch uiteraard. Zo kapt de leerling met hamer en beitel aan de ruwe steen die hij is.

De belangrijkste werktuigen in deze symboliek zijn wel de passer en de winkelhaak. De eerste verwijst naar de ontwerper van het gebouw (men denke aan het beroemde schilderij van William Blake), die de totaliteit overziet; de tweede verwijst naar de opzieners, die alle onderdelen van het werk moeten controleren. Zo staat het spirituele ook tot het aardse.

Ook vele andere in het bouwvak gebruikte instrumenten krijgen in de vrijmetselarij een symbolische betekenis.

  • Lichtsymboliek

Ook de symboliek rond het licht speelt een grote rol in de rituelen. De profaan die ingewijd wordt ontvangt immers het Licht, nadat hij in duisternis heeft rondgedwaald. En achter de stalles van de Voorzittend meester zijn altijd een zon en een maan te zien.

Ook de rondgang in de loge gebeurt volgens de loop van de zon, evenals de plaatsen van de voorzittend meester en de opzieners: de voorzittend meester zit in het oosten, de 1ste opziener in het westen, de 2de opziener daartussen in het zuiden. En tijdens de ritualen verwijzen zij expliciet naar het licht van de zon.

  • Getallensymboliek

Zoals men weet kent de ‘gewone’, ook wel ‘blauwe’ vrijmetselarij genoemd, drie graden: leerling, gezel en meester. Bij elk van die graden hoort een getal, nl. drie, vijf en zeven.

Van die drie hebben vooral de drie en de zeven een mystieke betekenis; die komt niet enkel in de vrijmetselarij tot uiting, maar kan in alle religieuze stelsels ter wereld terug worden gevonden. De zeven en de drie zijn bv. de getallen die het vaakst voorkomen in de bijbel (OT en NT).

  • Symboliek van de ruimte

De werkzaamheden van de vrijmetselaren spelen zich af binnen een loge, een werkplaats, die vaak tempel wordt genoemd. Op het plafond van een dergelijke tempel zijn vaak afbeeldingen van een sterrenhemel geschilderd. Dat duidt erop dat die tempel staat voor het gehele universum en zodoende een symbolische voorafbeelding is van de Tempel van de Mensheid waar de vrijmetselaren naar streven.

Ook de verschillende windrichtingen spelen in de tempelwerkzaamheden een belangrijke rol, die bijdraagt tot de sacrale betekenis van het geheel. En tenslotte de manier waarop de broeders zich in de tempel bewegen, nl. in rechte hoeken volgens het patroon van een winkelhaak.

  • Andere symbolen

Naast de vier bovengenoemde punten, komen er nog andere, meer punctuele symbolen voor in de rituelen. We vermelden er slechts twee, maar daarmee is de veelheid ervan nog lang niet uitgeput.

Een tempelzitting vindt plaats in een sacrale ruimte; een sacrale ruimte wordt bijna altijd bewaakt. Degene die dat doet tijdens een tempelzitting houdt een gewelfd zwaard vast, net zoals de aartsengel die de ingang van het paradijs bewaakte (Genesis 3 : 24).

Tenslotte spelen in twee van de drie graden de symbolische dood en de dito verrijzenis een grote rol. Daarmee sluit de vrijmetselarij ook aan bij het wezenlijke van vele oude mysteriegodsdiensten.

Daarmee is de symboliek bij lange nog niet uitgeput. In het Frans bestaan er twee basiswerken over de maçonnieke symboliek (van Jules Boucher en van Jean-Pierre Bayard) van telkens meer dan driehonderd bladzijden. Die zijn in de gewone boekhandel verkrijgbaar. In het Nederlands bestaat iets dergelijks jammer genoeg niet.